In een wereld waar maatschappelijke normen de grenzen van familierelaties bepalen, merkte ik dat ik bezweek voor een onweerstaanbare drang. Het taboe was te verlokkelijk om me te verzetten, en ik stak de grens over, me overgevend aan een verboden ontmoeting met mijn jongere zus. De sensatie van het verboden, in combinatie met de bedwelmende allure van het onbekende, voedde mijn verlangen. Terwijl ik haar neerlegde, genoot ik van de sensaties van haar huid tegen de mijne, de zachtheid van haar rondingen die contrasteerden met de hardheid van mijn eigen lichaam. De intensiteit van onze verbinding was voelbaar, terwijl we ons overgaven aan de oerdriften die onder de oppervlakte hadden gezeten. Onze handelingen waren geen handelingen van die broers en broers, maar van twee eigen individuen, in het genot van hun twee zuss, verloren door het geheim van hun dagelijkse liefde, de warmte van de wereld die onder het oppervlak van het verboden leven ligt, en de warmte van hun gedeelde liefde.
