In het heiligdom van zijn eigen huis besluit een jongeman met boeiende bruine ogen en een indrukwekkende, onbesneden mannelijkheid tot rust te komen. Zijn huid zo bleek als het fijnste porselein, is een lust voor het oog. Deze solo act gaat niet alleen over zelfgenoegzaamheid, het is een dans van verlangen die alleen maar escaleert als hij zijn indrukwekkende lid begint te strelen. Zijn hand glijdt over de lengte en omtrek van zijn monsterlul, elke beweging een bewijs van zijn opwinding. De kamer vult zich met de geluiden van zijn zware ademhaling en de natte klap van de huid op de huid. Zijn lichaam spant zich, elke spier in zijn frame spant hij zich samen als hij zichzelf dichter bij de rand van deze jonge man brengt. Het genot van deze jongeheer laat een verloren lust achter, de seksuele kracht, de rauwe adem, de ruige kracht die je verloren laat gaan.