Een jonge kerel was geboeid door de rondingen van een meisjesborst en kon niet wegkijken. Hij werd naar haar tengere lichaam getrokken en de manier waarop haar strakke shirt haar lichaam omhelsde. De aanblik van haar werd een onweerstaanbare afleiding, waardoor hij zich onmogelijk op zijn werk kon concentreren. Hij merkte dat hij dagdroomde over haar, zijn geest vulde zich met fantasieën over hoe het zou zijn met haar. Terwijl hij in de klas zat, dwaalden zijn gedachten opnieuw naar haar af, en hij merkte dat hij haar imago schetste op zijn notitieblok. Weinig wist hij, zijn verlegen en onschuldig ogende klasgenoot had een wilde kant, en ze vond zichzelf al snel in zijn armen om hun verlangens te verkennen. Hun ontmoeting leidde tot een onweerlegbare, onweerstaanbaar, die hen beiden de adem ontnam die hen beiden hartstochtelijk maakte.
