In de stuiptrekkingen van een razende kater bevindt een vrouw zich in een nogal compromitterende positie. Haar partner, onverzettelijk in zijn benadering, besluit het heft in eigen handen te nemen, of beter gezegd, in zijn mond. Hij wekt haar met een verleidelijke kus op haar meest intieme gebied, het toneel voor een wilde rit van genot en extase. De ochtendkou draagt alleen maar bij aan de erotiek als hij dieper gaat, zijn tong die elke spleet van haar wezen verkent. Het contrast tussen haar bedwelmde staat en zijn onverzadigbare lust creëert een opwindende dynamiek, een bewijs van de onvoorspelbare aard van verlangen. Als hun lichamen de kamer verstrengelengelengen, de symphonie van hun plezier, een ontmoeting die echootiseert van hun genot, klinkt de onweerstaanbare klank van hun passie, na alle liefde. Deze ochtend is glijmiddel en glijmiddel.