Een verleidelijk verhaal ontvouwt zich als een jeugdige vrouw bezwijkt voor de spanning van winkeldiefstal. Haar illegale daad wordt onthuld door een waakzame bewaker, die de gelegenheid aangrijpt om zijn macht te doen gelden. In een afgelegen garage gebiedt hij haar op haar knieën te zakken, niet voor verzoening maar voor een vleselijke uitwisseling. Met een stevige hand ritst hij zijn broek open, waardoor zijn pulserende mannelijkheid zichtbaar wordt. Ze twijfelt nog steeds gehoorzaamt, hem in haar mond nemend. De bewaker smult van haar gretige bedieningen, zijn genot duidelijk. Maar dit is slechts het appetizer. Hij verlangt meer, en hij krampt om te nemen wat hij vreest. Hij beveelt haar over een stoel te buigen, haar tengere frame trilt in afwachting van wat komen gaat. Met een dominante greep op haar stoot hij zijn kloppende lid in haar, wat een vurige, gepassioneerde koppeling opwekt. Hun gekreun galmt door de grenzen van de garage, een bewijs van hun oerdrang. Dit is een machtsspel waarbij de bewaker alle kaarten vasthoudt, het ritme van hun ontmoeting dicteert. Het tafereel eindigt met een klimatologische finish, waardoor ze zowel ademloos als voldaan achterblijven.
