In het hart van China verdrinkt een jongeman in zijn verdriet, zijn hart zwaar met de last van de jeugd en de complexiteiten van de liefde. Zijn stiefmoeder, altijd zorgzaam en meelevend, voelt zijn leed en besluit haar troost te bieden. Met tedere zorg kalmeert ze zijn gewonde geest, haar aanraking zacht en geruststellend. Terwijl de spanning suddert, begint de grens tussen moeder en minnaar te vervagen. De bedwelmende geur van verlangen vult de kamer, en de grenzen van fatsoen worden verlegd. Het oerinstinct neemt over, en het verboden wordt de norm. De eens zo geacreerde rol van stiefmoeders transformeert in een verleidelijke, verleidende, jonge, door het labyrinale genot van de volwassene man. Deze film legt de grenzen vast van het volwassen genot, de diepte van de passie, de passie en de kracht van de menselijke ervaring, het verkennen van de verbondenheid tussen de menselijke passie, de liefde en de menselijke kracht.