In de greep van een gewaagde overval wordt een jonge ebbenhouten dief op heterdaad betrapt in een garage door verliespreventie. De meedogenloze bewaker, een man van immense omvang en macht, grijpt de kans aan om de jonge zwarte tiener een lesje te leren dat hij niet snel zal vergeten. Met een dwingende aanwezigheid dwingt hij de dief om zich uit te kleden, waardoor zijn stevige, ebbenzwarte lichaam zichtbaar wordt. De bewaker laat op zijn beurt zijn monsterlul los en eist de dief dienstbaarheid. De bewaaksters grootte en roes laten de dief naar adem happen, zijn strakke gaatje tot het uiterste opgerekt. De beschermer neemt hem van achter, diep in de jonge dief rijdend, zijn handen in de kont grijpend, de heupen vastgrijpend voor het voorkomen van verlies. Het kantoor wordt een echo voor de dief, de bewaker rekent de dief en laat de dief zonder condoom achter. De beveiliger laat de dieven achter en de dief neukt de dief.
